Sinds april 2022 geeft het Adviescollege rechtspositie politieke ambtsdragers advies over de arbeidsvoorwaarden van politieke ambtsdragers. Het adviescollege adviseert aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK) en desgewenst ook aan de Eerste en Tweede Kamer. De ministerraad heeft voormalig SER-voorzitter Alexander Rinnooy Kan benoemd tot voorzitter.

Landelijk en decentraal advies over arbeidsvoorwaarden

De instelling van het adviescollege komt voort uit de ‘Wet adviescollege rechtspositie politieke ambtsdragers’ die sinds 1 januari 2022 van kracht is. Het college kan zowel gevraagd als ongevraagd adviseren over bestuurders en volksvertegenwoordigers van de landelijke overheid en decentrale overheden, waaronder: ministers, staatssecretarissen, burgemeesters, raadsleden, statenleden, commissarissen van de Koning en leden van de algemene besturen van waterschappen. De adviezen gaan over de arbeidsvoorwaarden van politieke ambtsdragers, zoals het pensioen, de uitkering na aftreden of ontslag, salarissen en onkostenvergoedingen.

Leden adviescollege en de minister van BZK

Samenstelling adviescollege

Naast voorzitter Alexander Rinnooy Kan bestaat het onafhankelijke adviescollege uit vijf commissieleden en een secretariaat:

  • Ingrid de Bondt (voormalig dijkgraaf, wethouder en gedeputeerde)
  • Gerard Groten (onafhankelijk voorzitter bij Pensioenfonds Rail & Openbaar Vervoer)
  • Mijke Houwerzijl (hoogleraar arbeidsrecht aan Tilburg University)
  • Hans Vollaard (universitair hoofddocent Utrechtse school voor bestuurs- en organisatiewetenschap bij Universiteit Utrecht)
  • Johan Zwemmer (advocaat en partner bij DLA Piper, docent en onderzoeker bij de vakgroep arbeidsrecht van de Universiteit van Amsterdam)
  • Jan de Jong (secretaris)